Deze wandeling voert u door de historische kern van Hemmen en de omringende bosgebieden. De afstand bedraagt ca. 5 km. U kunt de groene bordjes volgen.

ROUTEBESCHRIJVING

U begint op het Kerkplein.
Op Kerkplein 10 bevond zich vroeger de bakkerij. Nu is hier Brasserie Heerlijkheid gevestigd. De ontstaansgeschiedenis van de kerk gaat terug tot in de 13e eeuw. De bekende Ds. O.G. Heldring was hier in de 19e eeuw veertig jaar predikant. Om de kerk wandelend treft u graven van de heren van Lijnden aan en een bijzondere sarcofaag die rond 1840 op het kerkhofje gevonden is en die stamt uit de 10e eeuw. Vooral in het voorjaar is het aan te bevelen een rondje over de begraafplaats om de kerk te lopen omdat dan de stinzenplanten (typische bolgewassen die van oudsher op buitenplaatsen werden aangeplant) zoals sneeuwroem en scilla (sterhyacint) bloeien. De platanen rond de kerk zijn zeer indrukwekkend. Vroeger werden deze bomen als statussymbool aangeplant. Nu worden ze ook gewaardeerd vanwege hun capaciteit om fijnstof uit de lucht weg te vangen.

Voor het witte herenhuis rechtsaf de Dorpsstraat in.
Dit huis is in 1853 herbouwd als pastorie. Verderop langs de Dorpsstraat treft u nog het oude gemeentehuis annex postkantoor uit 1918 van de tot 1955 kleinste gemeente van Nederland.

Bij het Molenpad linksaf.
De naam het Molenpad herinnert aan de windmolen, die hier gestaan heeft en die al ruim voor de Tweede Wereldoorlog werd afgebroken. De molen stond aan de overkant van de Linge en was met een brug verbonden met het Molenhuis dat er nu nog staat en waar Pannenkoekenboerderij Aan de Linge in gevestigd is. Met de opkomst van (stoommachines) verdween het belang van windmolens daarom verdwenen zij op grote schaal uit het landschap.

Het kruispunt oversteken en aan het einde van het pad bij de Linge linksaf.
Oorspronkelijk is de Linge een voortzetting van de Waal en bestond ze uit verschillende stroompjes. Het is met een lengte van 108 kilometer de langste rivier van Nederland. In de rivierlopen ontstonden bochten (meanders). Een deel van een bocht werd “ham” genoemd, meervoud “hammen”, en dit is de oorsprong van de naam Hemmen. Later is dit gedeelte van de Linge grotendeels rechtgetrokken, pas ten westen van Tiel is de Linge weer een meanderend riviertje. Langs de oever groeit waterweegbree met een fontein aan witte bloemetjes en de gele plomp. Links groeit hazelaar, meidoorn, diverse soorten wilde kers en vlier. Langs de Linge is op verschillende plekken het ijsvogeltje zo nu en dan te zien. Verderop rechts langs de rivier staat het voormalige washuisje, waar vroeger de was van het kasteel werd gedaan. Nu kunt u hier overnachten in een bedstee.

Het veld aan de linkerkant heet de Galgenpas. Hemmen was een heerlijkheid. Dat wil zeggen dat de heer heerlijke rechten had zoals tolrecht, pachtrecht, visrecht, recht op belastingheffing, molenrecht enzovoort. Hemmen was bovendien een Hoge Heerlijkheid. De heer van Hemmen had daardoor het recht zware straffen tot de doodstraf toe (het zogenaamde halsrecht) op te leggen en te voltrekken. Lang geleden werd de galgenpas waarschijnlijk gebruikt als locatie waar vonnissen werden voltrokken als de doodstraf werd opgelegd.

Over het bruggetje rechtdoor.
Links in de oude kasteelwei staan rode beuken de koeien van schaduw te voorzien.

Na de wei het eerste pad linksaf.
Het park is aangelegd in de Engelse landschapsstijl. Belangrijk kenmerk hiervan zijn de uit het zicht lopende waterpartijen. Meteen rechts langs het water dreigt een kastanjeboom te vallen, maar deze wordt nog ondersteund door de buurman.

Een aantal bomen langs dit pad zijn rond 1750 aangeplant als statussymbolen bij het landhuis. Achtereenvolgens ziet u reusachtige exemplaren van eik, beuk, een holle plataan (bij kinderen beter bekend als de kabouterboom), acacia en tulpenboom.

Over het bruggetje rechtsaf.
U komt langs de ruïne van het aan het eind van de Tweede Wereldoorlog vernielde Huis Hemmen, dat rond 1750 gebouwd werd op de plaats waar voordien een middeleeuwse burcht heeft gestaan. Bij de ruïne kunt u nog zien dat er vroeger een dubbele brug is geweest. De adel mocht de bovenbrug gebruiken en daaronder was een brug voor het personeel. Als u hier naar links kijkt kunt u zien dat de Veldstraat de oprijlaan is geweest van het kasteel. Iets verderop bevindt zich de kasteeltuin, een prachtige ommuurde tuin die van 1 mei tot 1 november dagelijks geopend is van 8.00 tot 19.00 uur. Deze tuin wordt door vrijwilligers beheerd.

Na uw bezoek keert u via dezelfde weg terug en vervolgt de route naar rechts door de beukenlaan langs de vijverpartij.
Links staat een imposante plataan. In de vijver broeden veel watervogels zoals meerkoeten, waterhoentjes, nijl- en grauwe ganzen en (mandarijn)eenden. Let hier op de schade aan de bast van de beukenbomen. AI deze littekens zijn door kogels en granaatscherven veroorzaakt in de Tweede Wereldoorlog. Door deze scherven zijn de bomen slecht verzaagbaar en hebben ze dus meer kans erg oud te worden. In het voorjaar is het hier overal geel van het speenkruid. Bij het grasveld in de bosrand ligt een dode boom met veel soorten paddenstoelen (saprofyten).

Aan het eind van de beukenlaan over de Nonnenbrug, vervolgens de Veldstraat oversteken en het bospad inlopen.
De Nonnenbrug dankt haar naam aan de op nonnen gelijkende paaltjes langs de brug. De beelden die aan weerszijden van de brug staan afgebeeld werden langere tijd geleden verkocht aan het Kunsthistorisch museum in Leiden waar ze nog steeds te bewonderen zijn. Weer in het bos kunt u links in de winter de horsten van de buizerd zien. Het mannetje past op het huis terwijl zijn dame in Spanje overwintert.

Dit pad rechtdoor volgen tot aan de bosrand. Bij de bosrand rechtdoor langs het bankje.
Let eens op de spechtengaten in de bomen langs het pad na het bos. De ronde gaten van 4 cm doorsnede zijn van de grote bonte specht. Soms is te zien dat de ingang met klei is vernauwd. Dat deed de boomklever om zo ongestoord een spechtennest te kunnen kraken.

Karakteristieke soorten in de bermen zijn o.a. hondsdraf (het gekneusde blad is te gebruiken bij brandnetelblaren), smeerwortel (tegen zwellingen) en kleefkruid, dat door mini weerhaakjes bijna overal aan kleeft. Ook het look-zonder-look komt hier voor, een plant die als smaakmaker prima in uw sla past. In het voorjaar zet het oranjetipje, een prachtvlindertje haar eitjes er op af. Links achter een vlechtheg van vooral meidoorn maar ook beuk en roos ziet u een hoogstamboomgaard, waar u uw eigen boom kunt adopteren (Hoogstamfruit Hemmen). Vlechtheggen oftewel gelegde heggen werden vroeger als veekering gebruikt toen prikkeldraad nog niet bestond.

Bij het bruggetje rechtdoor.
Het weiland links van u lijkt plat, maar is dat wel zo? Als u ondersteboven kijkt (tussen de benen door) ziet u dat het perceel opbolt, waarschijnlijk als gevolg van het in het verleden opploegen naar het midden om de afwatering te bevorderen. De boerderij er achter heet De Grote Wuust, dat staat voor een hogere plaats in een lage, natte omgeving. Dit gebied is bijzonder omdat hier mensen hebben gewoond vanaf ongeveer 3000 jaar voor Chr. onafgebroken tot nu toe. Dit komt in het rivierengebied slechts zelden voor. Tot aan de bedijking (vanaf ongeveer 1200 na Chr.) overstroomden rivieren praktisch het hele gebied. Archeologische vondsten bewijzen dat het gebied van de Grote en de Kleine Wuust steeds bewoond is geweest.

Voorbij de bocht kunt u langs het pad onder de eiken onder meer sporen van de boomkruiper, steenuiltje en grote bonte specht tegenkomen, bv in de vorm van vogelpoep. De eiken die hier staan zijn zomereiken, te onderscheiden van wintereiken aan het blad: zonder steeltje = zomereik, gesteeld = wintereik.

In de ondergroei ziet u verschillende soorten meidoorn (1- en 2-stijlige meidoorns, die na elkaar bloeien) en zwarte els. Rechts van het pad groeit reuzenbereklauw. Aanraken van de steel is niet zonder risico. Wanneer de zon schijnt kunt u flinke blaren oplopen.

In het open veld rechts heeft rond 1750 ten tijde van de bouw van het huis Hemmen een grote veldoven gestaan. Daar werd, tussen afgedekte blokken klei, hout verbrand om deze zo tot stenen te vormen. In het weiland links lopen vaak nijlganzen. Deze vogels nestelen o.a. in konijnenholen en buizerdnesten, zogenaamde horsten. Recht vooruit doemt in de verte de stuwwal bij Wageningen op achter het vlakke rivierenlandschap.

Over de brug rechtsaf de Gesperdensestraat in (asfalt).
Optie: over de brug linksaf en schuin tegenover boerderij nr. 18 de Linge oversteken, waar u langs het zijkanaal een pad kunt volgen naar het gemaal aan de Nederrijn (2 km), een mooie plek om watervogels aan te treffen. Via de Rijndijk kunt u daar eventueel rechtsaf naar de vogelkijkhut in de uiterwaarden lopen (1 km extra).

Vervolgens het eerste pad rechts bij huisnummer 20. Ga rechtdoor langs de sloot.
Rechts van het pad staan hoogstamperenbomen. Aan de peervorm van de kroon kunt u zien dat het een perenboom is. Let u eens op de aparte kastanjehouten hekwerken met pen- en gatverbindingen. In de sloot links groeien ‘s zomers oever- en waterplanten zoals gele lis en kwaken de kikkers. Links bevindt zich de Hemmense boerderij. een zorgboerderij van Philadelphia met een kleine kinderboerderij.

Bij de T-splitsing links het bos in en dan meteen weer rechtsaf langs de bosrand.
Het bos links is aangelegd op rabatten: door de mens gemaakte verhogingen afgescheiden met greppels. De bomen hadden zo meer groeikans doordat ze niet te lang met de wortels nat stonden. Oorspronkelijk zijn hier uitsluitend eiken geplant om het hout te kunnen gebruiken voor de schuren en huizen op het landgoed. Inmiddels staan er ook veel andere boomsoorten, net zoals in de bosrand aan uw rechterhand waarin vaak veel zangvogels zitten. Deze bomen zijn ontstaan uit opslag (spontane boomgroei) van beuk, esdoorn, es, els en iep. Let aan uw linkerhand eens op de innig verstrengelde es.

Over het bruggetje het pad naar links volgen.
Het stukje bos dat aan de rechterkant bij de picknickbank uitsteekt tussen de weilanden is een restant van een oud kerkenpad dat liep van De Wuust naar het dorp. Hier staan onder meer fraaie acacia’s en paardenkastanjes.

Iets verderop staan rechts langs het pad twee meerstammige kastanjebomen die als klimboom kunnen dienen. In het najaar groeien in de weide erachter reuzenbovisten, rolrond en soms zo groot als een voetbal. Een volgroeide bovist heeft net zo veel sporen als er mensen op aarde zijn: 6,5 miljard.

Links van het pad is Noorse esdoorn en rode beuk spontaan uitgezaaid. Op dode boomstronken in de hoek bij een zijpad naar rechts groeien zwarte dodemansvingers, een beschermde knotszwam. Aan het eind van het voorjaar ziet u hier de witte schermen van bloeiend zevenblad, een soort die u liever niet in uw tuin ziet in verband met extreme woekering.

Brug en weg (Veldstraat) oversteken en over een bruggetje naar het Smidsbos.
Langs dit pad groeit in het voorjaar de bosanemoon. De ondergroei bestaat voornamelijk uit sneeuwbes, ooit aangeplant om als schuilplaats te dienen voor de fazanten waarop dan gejaagd kon worden. In dit bos zijn geregeld diersoorten als gaai en eekhoorn te zien. Verder nestelt hier ook de groene specht.

De verhoging tussen de kastanjes bij het bankje is een plek om eens rustig te luisteren naar o.a. specht. tjiftjaf, fitis, roodborst, winterkoning, holenduif, boomklever, merel en zanglijster. Deze plek is waarschijnlijk aangelegd als prieeltje voor de barones en stond vroeger onder de dorpsjeugd bekend als een vrijersplekje. Het perceel waarover u uitkijkt, is nu in gebruik voor wisselteelt in de biologische landbouw. Vroeger was dit de eng (de straat er om heen is de Englaan). In veel dorpen kwam een eng of dorpsakker voor. Dorpsbewoners verbouwden op een klein stukje grond voor eigen gebruik gewassen. Tegenwoordig zouden we dat een moestuincomplex noemen, bestemd voor hobby tuinders, vroeger was het voor grote delen van de bevolking bittere noodzaak om voldoende voedsel te verkrijgen.

Ga op de asfaltweg rechtsaf. In de bocht rechtdoor over het erf van De Smidse.
Dit was vroeger een smederij. Het jaartal 1948 in de gevel geeft aan dat De Smidse toen is herbouwd als gevolg van oorlogsschade door de hevige gevechten rondom het Huis Hemmen aan het eind van de Tweede Wereldoorlog. Links ziet u de hoefstal waar paarden werden beslagen. De losse boomdelen die er liggen zitten vol granaatscherven en kunnen daarom niet verzaagd worden.

Langs De Smidse gaat u door het hek het pad op.
Naast het hek staat rechts een witte papierberk; de bast werd vroeger gebruikt als papier en om spalken mee te maken. Door het hek komt u op het Rozenlaantje, het vroegere vrijerslaantje. Dit was van oudsher de doorgaande route naar het dorp Zetten. Langs dit pad zijn rozenstruiken aangeplant. waaronder de egelantier. Deze is te herkennen aan de appelgeur van het gekneusde blad. De meeste struiken zijn hondsroos. Van de vruchten is jam te maken. De acacia’s die u even verder aantreft zijn via worteluitloop voortgekomen uit de knoestige stammoeder rechts. Deze stekelige boom staat ook wel bekend als de wachter van het bos. Links ligt het dorp Hemmen op de oeverwal, waarvan de glooiing goed te zien is. Langs de sloot groeit de zwarte els met zijn elzenproppen.

Bij het volgende hek gaat u links het pad in.
De notenbomen langs dit pad geven in het najaar vrucht voor iedere liefhebber.

Voor de kerk gaat u linksaf.
Aan uw linkerhand passeert u het oude schoolplein. De naam ‘Oude School’ staat nu op het nieuwbouwstuk van het gebouw. Tot de oorlog was de school in het gedeelte aan het plein gevestigd. Onder de lantaarn aan de pleinkant was toen de ingang. Op huisnummer 2 bevond zich het meestershuis.

En u bent weer op het Kerkplein.

Klik hier voor natuurwandeling buitengebied Hemmen.